Home

 

 

 

Artikel 31     Algemene gebruiksbepalingen

a          Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de aan de grond gegeven bestemming.
b          Onder een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval verstaan het gebruiken of het laten gebruiken van:

1        gebouwen ten behoeve van een seksinrichting;

2        vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;

3        gebouwen met een woonbestemming voor doeleinden van detailhandel of nijverheid en/of een gebruik van een aan huis verbonden beroep/bedrijf.

c          Onder een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt niet verstaan het gebruiken of het laten gebruiken van gronden ten behoeve van kortstondige, incidentele evenementen, festiviteiten en manifestaties, indien en voor zover daarvoor ingevolge een wettelijk voorschrift vergunning, ontheffing of vrijstelling vereist en deze is verleend.
d          De uitoefening van een aan huis verbonden beroep is binnen de bestemming WONEN toegestaan in gevallen waarbij:

-        het gedeeltelijk gebruik van de woning niet meer dan 1/3 van het bruto-vloeroppervlak van de woning beslaat, dit tot een maximum van 80 m2;

-        de uitoefening van het aan huis verbonden beroep in de op het perceel aanwezige bijgebouwen niet leidt tot aantasting van de in het Bouwbesluit geëiste minimale oppervlakte aan huishoudelijke berging, met dien verstande dat het maximum van 80 m2 in de woning en bijgebouwen tezamen niet wordt overschreden;

-        vooraf is aangetoond dat eventuele verkeersaantrekkende werking als gevolg van de vestiging van het aan huis verbonden beroep niet leidt tot verkeers-, parkeer-, geluids- en stankoverlast;

-        de activiteit die het aan huis verbonden beroep behelst niet vergunningplichtig is inzake de Wet Milieubeheer. Wanneer de activiteit meldingsplichtig is kan een aanvullend onderzoek naar akoestiek, milieu, externe veiligheid en verkeersaspecten worden verlangd.

e          Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in b onder 3 ten behoeve van een aan huis verbonden bedrijf waarbij:

-        het gedeeltelijk gebruik van de woning niet meer dan 1/3 van het bruto-vloeroppervlak van de woning beslaat, dit tot een maximum van 80 m2;

-        bedrijfsmatig gebruik van bijgebouwen op het perceel niet tot aantasting leidt van de in het Bouwbesluit geëiste minimale oppervlakte aan huis­houdelijke berging, met dien verstande dat het maximum van 80 m2 aan bedrijfsruimte in de woning en bijgebouwen tezamen niet wordt overschreden;

-        vooraf is aangetoond dat eventuele verkeersaantrekkende werking als gevolg van de vestiging van het aan huis verbonden bedrijf niet leidt tot verkeers-, parkeer-, geluids- en stankoverlast;

-        de activiteit die het aan huis verbonden bedrijf behelst niet vergunningplichtig is inzake de Wet Milieubeheer. Wanneer de activiteit meldingsplichtig is kan een aanvullend onderzoek naar akoestiek, milieu, externe veiligheid en verkeersaspecten worden verlangd.

f            Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde onder a en het bepaalde in 36.2.3, indien strikte toepassing van de verbodsbepalingen zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

31.1.2                              Bij gebruikmaking van de vrijstellingsbevoegdheid is de in 34.1.2 opgenomen procedure van toepassing.