Home
Artikel 36
Overgangsbepalingen
36.1
Bouwwerken
36.1.1
Bouwwerken, die op het tijdstip van de eerste
terinzagelegging van het ontwerpplan bestaan dan wel worden gebouwd of kunnen
worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde in of krachtens de Woningwet,
en in enigerlei opzicht van het plan afwijken, mogen, mits de bestaande
afwijkingen naar de aard en omvang niet worden vergroot:
a
gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
b
na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit
geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning
geschiedt binnen twee jaar na het tenietgaan.
36.1.2
Het bepaalde in 36.1.1 is niet van
toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van de
terinzagelegging van het ontwerpplan, doch zijn gebouwd zonder of in afwijking
van een bouwvergunning - voor zover vereist - in strijd met het toen geldende
plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
36.2
Gebruik
36.2.1
Het gebruik van gronden en bouwwerken dat
bestond op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan en dat strijdig
is met het plan mag worden voortgezet.
36.2.2
Het bepaalde in 36.2.1. is niet van
toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende
bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
36.2.3
Het is verboden het met het plan strijdige
gebruik te wijzigen, tenzij de strijdigheid van dat gebruik ten opzichte van
het gebruik overeenkomstig de bestemmingen in dit plan, naar de aard en omvang
niet wordt vergroot.