HOOFDSTUK 1: INLEIDENDE REGELS

 

 

ARTIKEL

1.

BEGRIPPEN

 

 

 

In deze voorschriften wordt verstaan onder:

 

1.1        

Plan:

Het projectbesluit winkelcentrum Durperveld van de gemeente Durperdam.

 

 

1.2        

Projectbesluit:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.9999.BP2008000001-0003.gml met de bijbehorende regels.

 

 

1.3        

Aanbouw:

een gebouw, dat aan het hoofdgebouw is gebouwd en dat naar aard en indeling is bedoeld voor uitbreiding van en/of aanvulling op de woonfuncties van het hoofdgebouw.

 

 

1.4        

Aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

 

 

1.5        

Aanduidingsgrens:

de grens van de aanduiding indien het een vlak betreft.

 

 

1.6        

Bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

 

1.7        

Bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

 

 

1.8        

Bebouwingspercentage:

een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van het bouwvlak dat ten hoogste tot het bebouwd oppervlak mag behoren.

 

 

1.9        

Bebouwd oppervlak:

het totaal van de oppervlakken van bouwwerken voor zover deze een gro­tere bouwhoogte hebben dan 1,2 m.

 

 

1.10    

Bedrijfsgebouw c.q. bedrijfsbouwwerk:

een gebouw c.q. bouwwerk dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactivitei­ten.

 

 

1.11    

Bedrijfswoning:

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk bedoeld voor (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de be­stemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is.

 

 

1.12    

Bijgebouw:

een niet voor bewoning bestemd gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, waarbij het bijgebouw vrijstaand dan wel aangebouwd aan het hoofdgebouw kan zijn uitgevoerd, maar hiermee niet in directe verbinding staat.

 

 

1.13    

Bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

 

 

1.14    

Bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

 

 

1.15    

Bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstan­dige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

 

 

1.16    

Bouwperceelsgrens:

een grens van een bouwperceel.

 

 

1.17    

Bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegestaan.

 

 

1.18    

Bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander mate­riaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

 

 

1.19    

Detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goede­ren kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

 

 

1.20    

Gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of ge­deeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

 

 

1.21    

Geluidzoneringsplichtige inrichting:

een inrichting waarbij in een bestemmingplan, op basis van de Wet geluid­hinder en krachtens deze wet vastgestelde voorschriften, rondom het ter­rein van vestiging een geluidzone moet worden vastgesteld.

 

 

1.22    

Hoofdgebouw:

een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste gebouw is aan te merken.

 

 

1.23    

Landschappelijke beplanting:

opgaande, uit houtgewas bestaande beplanting, in hoofdzaak bestaande uit inheemse soorten, ter verfraaiing van het landschap en/of ter inpassing van hierin voorkomende bouwwerken en werken.

 

 

1.24    

Open erf:

het onbebouwde deel van een bouwperceel na realisering van de bestem­ming.

 

 

1.25    

Overkapping:

een voor mensen toegankelijke, overdekte en zonder wanden omsloten ruimte.

 

 

1.26    

Perceelsgrens:

de scheiding tussen bouwpercelen, die niet aan éénzelfde eigenaar beho­ren dan wel niet door éénzelfde gebruiker worden benut.

 

 

1.27    

Vrij beroep:

beroep of beroepsmatige dienstverlening op administratief, medisch, para­medisch, sociaal-wetenschappelijk, juridisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch en daarmee gelijk te stellen gebied.

 

 

1.28    

Woning:

een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden.

[Ù]