direct naar inhoud van Artikel 19 Sport
Plan: Buitengebied Olst-Wijhe
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1773.BP2009001001-0301

Artikel 19 Sport

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'sportveld': uitsluitend sportvoorzieningen in de vorm van een samenhangend complex van voorzieningen voor veldsporten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'manege': uitsluitend een manege met daarbij behorende voorzieningen zoals tredmolens en buitenrijbanen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - hondendressuurterrein': uitsluitend een hondendressuurterrein met bijbehorende voorzieningen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - voormalige bedrijfsbebouwing': voormalige bedrijfsbebouwing;
  • e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water;

met daaraan ondergeschikt:

  • f. evenementen;
  • g. horeca;

met dien verstande dat:

  • h. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' is een bedrijfswoning niet toegestaan.

19.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen en lichtmasten, dienen binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming te worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - voormalige bedrijfsbebouwing' het volgende geldt:
    • 1. het uitbreiden van bestaande bebouwing, niet zijnde de bedrijfswoning is in geen geval toegestaan;
    • 2. nieuwbouw is in geen geval toegestaan;
    • 3. het gebruik van kassen, anders dan hobbykassen is in geen geval toegestaan;
    • 4. van het bepaalde onder 2 kan eenmalig worden afgeweken indien en voor zover sloop van legaal opgerichte landschapsontsierende gebouwen heeft plaatsgevonden; hierbij geldt het volgende:
      • indien er sprake is van sloop tot 250 m² mag het gesloopte oppervlak teruggebouwd worden;
      • indien er sprake is van sloop van meer dan 250 m² mag te allen tijde 250 m² teruggebouwd worden;
      • van het gesloopte oppervlak boven 250 m² mag ten hoogste 1/3 worden teruggebouwd met dien verstande dat het maximum oppervlak dat wordt teruggebouwd nooit meer bedraagt dan 850 m².
  • c. verder geldt het volgende:
  max. aantal per bouwvlak   max. inhoud/ oppervlak   max. goot- hoogte   max. bouw- hoogte   dakhelling min./ max.  
bedrijfswoningen (inclusief aan- en uitbouwen)   één, tenzij middels een aanduiding anders is aangegeven   750 m³   4,5 m   10 m   30/-  
bijgebouwen en overkappingen   -   100 m²
 
3 m
 
6 m

 
20°/55°  
bedrijfsgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'manege'   -   bestaand*   bestaand*   bestaand*   12°/55°  
gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - voormalig bedrijfsbebouwing'   -   bestaand*   bestaand*   bestaand*   bestaand*  
overige bedrijfsgebouwen   -   bestaand*   bestaand*   bestaand*   bestaand*  
lichtmasten ter plaatse van de aanduiding 'manege'   -   -   -   6 m    
overige lichtmasten   -   -   -   16 m   -  
ballenvangers   -   -   -   7 m   -  
erf- of terreinaf- scheidingen:
- voor de voorgevel- overige plaatsen  
-   -   -  

1 m
2 m  
-  
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   -   -   -   3 m   -  

- = Niet van toepassing.

* = Zoals legaal aanwezig op het moment van tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan.

19.3 Afwijken van de bouwregels
19.3.1 Ten behoeve van het maximaal te bebouwen oppervlak

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het maximaal toegestane oppervlak aan bedrijfsgebouwen, met inachtneming van het volgende:

  • a. het bestaande bebouwde oppervlak mag met ten hoogste 15% worden vergroot;
  • b. uitbreiding van het bestaande bebouwde oppervlak is niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - voormalige bedrijfsbebouwing';
  • c. uitbreiding dient plaats te vinden binnen het bestaande bouwvlak;
  • d. indien de uitbreiding niet passend is binnen het bestaande bouwvlak, mag het bouwvlak eenmalig overschreden worden, met dien verstande dat de uitbreiding te allen tijde binnen de bestemming Sport gerealiseerd dient te worden;
  • e. de verkeersaantrekkende werking mag niet onevenredig toenemen;
  • f. er mag geen sprake zijn van een onevenredige vergroting van de milieubelasting op de omgeving;
  • g. er dient voorzien te worden in een adequate landschappelijke inpassing.

19.3.2 Ten behoeve van kleinschalig kamperen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van het toestaan van kleinschalig kamperen in de vorm van een nevenfunctie, met inachtneming van het volgende:

  • a. van de bevoegdheid tot afwijken wordt uitsluitend gebruikgemaakt ter plaatse van de aanduiding 'manege';
  • b. per manege is ten hoogste 1 kleinschalig kampeerterrein toegestaan;
  • c. ten behoeve van bebouwing geldt het volgende:
    • 1. voorzieningen ten behoeve van de nevenfunctie mogen uitsluitend binnen de bestaande bebouwing gerealiseerd worden;
  • d. ten behoeve van het gebruik van gronden geldt het volgende:
    • 1. het gedeelte van de nevenfunctie waarvoor geen bebouwing nodig is, is tevens toegestaan op gronden buiten het bouwvlak, mits grenzend aan het bouwvlak;
    • 2. het aantal standplaatsen bedraagt ten hoogste 25;
    • 3. uitsluitend mobiele kampeermiddelen, niet zijnde stacaravans en trekkershutten, zijn toegestaan;
    • 4. het kleinschalig kamperen is alleen toegestaan in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober;
    • 5. de afstand tot andere verblijfsrecreatieve terreinen bedraagt ten minste 500 m;
    • 6. er dient voorzien te worden in een adequate landschappelijke inpassing;
  • e. de nevenfunctie dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
  • f. buitenopslag ten behoeve van de nevenfunctie is niet toegestaan;
  • g. de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking van nevenfuncties dient niet onevenredig groot te zijn en de bestaande infrastructuur dient berekend te zijn op de nieuwe activiteit;
  • h. parkeren dient binnen het bouwvlak plaats te vinden;
  • i. de afstand tot het bouwvlak van derden bedraagt ten minste 50 m;
  • j. de afstand tot andere verblijfsrecreatieve terreinen bedraagt ten minste 500 m;
  • k. bestaande landschappelijke, cultuurhistorische- en natuurwaarden in de directe omgeving dienen niet onevenredig te worden aangetast;
  • l. er dient voorzien te worden in een adequate landschappelijke inpassing.
19.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. concoursen of andere sterk verkeersaantrekkende activiteiten ter plaatse van de aanduiding 'manege' zijn ten hoogste 2 maal per jaar toegestaan;
  • b. het aantal evenementen bedraagt ten hoogste 5 per jaar.