direct naar inhoud van 3.3 Reconstructieplan Salland-Twente
Plan: Middelerstraat 4
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1773.BP2010001015-0301

3.3 Reconstructieplan Salland-Twente

Twente en Salland, waar de gemeente Olst-Wijhe deel van uitmaakt, hebben net als andere (zand)gebieden in Zuid- en Oost-Nederland te maken met een hoge veedichtheid. In deze gebieden, de zogenaamde concentratiegebieden, is de intensieve veehouderij sterk vertegenwoordigd en doen zich verschillende problemen voor die nauw met elkaar samenhangen. Kern van de problematiek is dat landbouw, wonen, werken, mobiliteit, recreatie en natuur en landschap elkaar te vaak in de weg zitten. Gevolg is dat economische functies in het landelijk gebied beperkt worden in hun ontwikkelingsmogelijkheden, met alle nadelige gevolgen van dien voor de sociaaleconomische vitaliteit en de leefbaarheid van het gebied. Om deze samenhangende problematiek aan te pakken is de Reconstructiewet concentratiegebieden opgesteld, die op 1 april 2002 in werking is getreden. Het Reconstructieplan Salland-Twente (2004) vormt voor Salland en Twente de basis voor de reconstructie.

De Reconstructiewet concentratiegebieden vraagt het reconstructiegebied in te delen in drie soorten zones of gebieden: landbouwontwikkelingsgebied, verwevingsgebied en extensiveringsgebied. Hoofdlijn van het beleid is dat de intensieve veehouderij geleidelijk uit het extensiveringsgebied zal verdwijnen en zich (verder) zal concentreren in het landbouwontwikkelingsgebied en op aan te wijzen sterlocaties in het verwevingsgebied. Het plangebied maakt deel uit van landbouwontwikkelingsgebied (LOG Middel). De hoofdlijn van beleid in landbouwontwikkelingsgebied is:

  • de intensieve veehouderij een duurzaam perspectief op bedrijfsontwikkeling geven, binnen de geldende wettelijke randvoorwaarden;
  • uitbreiding van andere functies, zoals (verspreide) woningen en recreatie en toerisme, die de ontwikkeling van de intensieve veehouderij beperkingen kunnen opleggen zo veel mogelijk tegengaan;
  • ruimte bieden voor de uitbreiding van bestaande intensieve veehouderijbedrijven en nieuwvestiging van intensieve veehouderij toestaan (initiatieven daartoe zullen zoveel mogelijk in de vorm van clusters worden gerealiseerd);
  • de ontwikkeling van andere landbouwfuncties ruimte bieden en waar mogelijk stimuleren.