De voor 'groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. groenvoorzieningen;
b. speelvoorzieningen;
c. voet- en fietspaden;
d. openbare nutsvoorzieningen;
e. straatmeubilair;
f. waterhuishoudkundige voorzieningen zoals waterpartijen, waterbergingsvoorzieningen, wadi's, oevers en taluds.
3.2 Bouwregels
a. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
1. de bouwhoogte van bouwwerken ten dienste van de bestemming, zoals speeltoestellen en zitbanken en bouwwerken ten dienste van het openbaar nut, zoals meet- en regelkasten voor openbare nutsbedrijven mag per bouwwerk niet meer bedragen dan 3 m en de oppervlakte bedraagt niet meer dan 25 m2;
2. de bouwhoogte van verlichtingselementen bedraagt niet meer dan 5 m;
3. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt niet meer dan 2 m.