Artikel 11 Algemene wijzigingsregels
11.1 Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen waarbij gronden worden bestemd voor de bouw van bouwwerken zoals verdeel-, regel- en transformatorruimten, met dien verstande dat de goothoogte niet meer mag bedragen dan 5 m en de inhoud niet meer bedraagt dan 150 m³;
11.2. Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van de bouw van zendmasten, indien het betreft gebruik ter plaatse en de afmetingen van dien aard zijn, dat deze geen onaanvaardbare aantasting van het landschap of van het milieu van de natuurlijke gemeenschappen tot gevolg heeft.
11.3. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen ten behoeve van de realisatie van een school, met dien verstande dat de bestemming Woongebied wordt gewijzigd ten behoeve van de bouw van een school, mits:
- de maximale oppervlakte van gebouwen niet meer bedraagt dan 2.000 m²;
- de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarden of een vastgestelde hogere grenswaarde;
- de afstand van de schoolgebouwen tot de perceelgrenzen van woonpercelen niet minder dan 30 m bedraagt;
- bij de wijziging een nieuw bouwvlak wordt bepaald en bebouwingsregels worden gegeven;
- geen onevenredige afbreuk mag worden gedaan aan de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van nabijgelegen (agrarische) bedrijven en woningen.
11.4 Burgemeester en wethouders kunnen de bestemmingen ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied' wijzigen ten behoeve van wonen, mits:
- ten hoogste twee extra woningen worden gebouwd;
- bij de wijziging een nieuw bouwvlak wordt bepaald en de bebouwingsregels aansluiten bij het bepaalde in artikel 5;
- de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarden of een vastgestelde hogere grenswaarde;
- geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van nabijgelegen (agrarische) bedrijven en woningen;
- de nieuwe woonwijk Zonnekamp-Oost ten minste van twee zijden voor gemotoriseerd verkeer ontsloten is.
11.5 Bij de voorbereiding van de onder 11.3 en 11.4 bedoelde wijzigingsbevoegdheden zal rekening worden gehouden met:
- de aspecten bodem, archeologie, water en milieutechnische aspecten;
- de mogelijke aanwezigheid van te beschermen planten- en diersoorten op grond van de Flora- en faunawet. Indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft, zal de (bouw)werkzaamheid pas kunnen plaatsvinden nadat een ontheffing c.q. vrijstelling op grond van de Flora- en faunawet is verkregen.