direct naar inhoud van 5.3 Externe veiligheid
Plan: De Enk
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1773.BP2010004005-0401

5.3 Externe veiligheid

Op 28 oktober 2004 is het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) van kracht geworden. In het besluit zijn richtlijnen opgenomen voor het bouwen en handhaven van gevoelige bestemmingen zoals woningen in de buurt van inrichtingen waar gevaarlijke stoffen worden geproduceerd en/of opgeslagen.

In het kader van de externe veiligheid worden in hoofdzaak drie mogelijke risicobronnen onderscheiden:

  • 1. Inrichtingen;
  • 2. Transportroutes;
  • 3. Buisleidingen.

Inrichtingen
Op het bedrijventerrein is het bedrijf Comprifalt gevestigd (Handelsweg 41). Dit bedrijf verwerkt polyester. Hierbij worden harsen (<10 ton, brandbaar) en relatief ongevaarlijke peroxiden gebruikt (ADR 5.2, UN 3105 en geen kwalificatie voor de verpakkingsgroep). Voorraad aan peroxiden volgens de vergunningaanvraag bedraagt maximaal 300 kg. De peroxiden en harsen worden in een PGS 15 kluis opgeslagen. Comprifalt is geen BEVI bedrijf en valt niet onder het RRGS maar is volgens de gemeentelijke brandweer wel een hulpdienst relevant bedrijf. Het gasontvangststation (Industrieweg 2, naast) betreft geen Bevi-inrichting. Aangegevens is dat de minimale bebouwingsafstand voor “woningen” en “objecten categorie I” 15 meter is en voor “objecten categorie II” 4 meter bedraagt.

Op het bedrijventerrein is aan de Wengelerafweg 8 een LPG-tankstation gevestigd (zie afbeelding Risicokaart). De doorzet van LPG voor dit tankstation is recentelijk in de milieuvergunning beperkt tot 500 m3. Dit houdt in dat vanaf het vulpunt de 10-6-contour op 25 meter ligt. Binnen deze contour zijn geen nieuwe kwetsbare objecten toegestaan.

afbeelding "i_NL.IMRO.1773.BP2010004005-0401_0007.jpg"

Afbeelding Risicokaart (Bron: www.risicokaart.nl, verouderd)

Aandachtspunt voor dit bestemmingsplan vormt het invloedsgebied van 150 meter dat vanaf het tankstation geldt voor het groepsrisico. Bij ontwikkelingen dient de toename van het groepsrisico berekend en verantwoord te worden. De regionale Brandweer IJssel-Vecht heeft bij brief van 13 juni 2008 geadviseerd omtrent de planvorming van het gemeentehuis. Ten aanzien van het bedrijventerrein wordt gemeld dat er geen functies aanwezig zijn voor verminderd zelfredzame personen. Er zijn voldoende mogelijkheden voor aanwezigen om het gebied te ontvluchten of om binnen te schuilen. Desalniettemin dient bij nieuwe ontwikkelingen het groepsrisico beschouwd te worden.

Transportroutes
Alleen de N348 is als transportroute gevaarlijke stoffen aangewezen. Voor verder vervoer naar locaties in de gemeente zijn ontheffingen noodzakelijk. In de ontheffingen voor bijvoorbeeld vervoer naar de kern van Olst, De Meente en De Enk wordt de Omloop opgenomen als onderdeel van de ontheffingsroute, waarna voor de kern van Olst en de Meente de N337 het vervolg van de route is. Het transport over de N337 ter hoogte van/langs De Enk zal wel zeer beperkt zijn. Het totale transport over de Omloop en N337 is wel zodanig beperkt dat onder de drempelwaarden/vuistregels wordt gebleven voor nader onderzoek/maatregelen”.

Omdat het plangebied langs de IJssel ligt, is door Tauw eveneens bekeken of dit een belemmering vormt. Uit de quickscan blijkt dat over de IJssel enkele gevaarlijke stoffen vervoerd worden. Echter de risicoatlas geeft aan dat de 10-6 en 10-8-contour binnen de oevers van de rivier ligt. Over de IJssel vindt beperkt vervoer gevaarlijke stoffen plaats (benzine (LF2) en diesel LF1)). Volgens de Risicoatlas Hoofdvaarwegen Nederland wordt het plaatsgebonden risico niet overschreden en is er geen knelpunt voor wat betreft het groepsrisico. In principe gelden er geen beperkingen aan ontwikkelingen bij ruimtegebruik op meer dan 200 meter van een route vervoer gevaarlijke stoffen (Risico Normering Vervoer Gevaarlijke Stoffen). Het transport over water vormt daarom geen belemmering voor ontwikkeling van de voorgenomen plannen.

De spoorbaan Deventer-Zwolle ligt evenwijdig aan de Enkweg. Hierover kunnen op dit moment gevaarlijke stoffen worden vervoerd omdat geen beperkingen zijn. Pas bij de invoering van het Basisnet Spoor, dat naar verwachting in 2010 zal worden ingevoerd, gaan er beperkingen gelden. Volgens de informatie die er tot nu toe is zal het traject Deventer-Zwolle in het Basisnet Spoor (echter wel) worden opgenomen als traject voor het vervoer van gevaarlijke stoffen.

Buisleidingen
Op de risicokaart is te zien dat een buisleiding op meer dan 250 meter ten zuidoosten van het plangebied loopt. De afstand tot het plangebied is echter zo groot dat deze leiding geen belemmering vormt voor de ontwikkeling van de voorgenomen plannen.

Binnen het plangebied ligt een 4 inch gasleiding welke vanaf het gasontvangststation aan de Industrieweg via de Ambachtsweg richting de spoorbaan loopt. De 1% en de 100% letaliteitgrens van de leiding ligt op respectievelijk 45 meter en op 30 meter. De plaatsgebonden risicocontour van 10-6 bedraagt 0 meter. Op basis van de "Circulaire Zonering langs aardgastransportleidingen" uit 1984 is een bebouwingvrije-/ risicozone op de plankaart opgenomen van 4 meter aan weerszijden.

Overstromingsrisico

Op de Risicokaart van de provincie is aangegeven dat het plangebied in zijn geheel in een overstromingsgebied ligt. Bedrijventerrein De Enk ligt ten oosten van de IJssel binnen het dijkringgebied Salland (nummer 53) aan.

dit dijkringgebied loopt een risico op overstroming als resultaat van haar situering in de lage delen van Overijssel en haar ligging ten opzichte van de primaire waterkering van de IJssel. Als gevolg van klimaatverandering nemen de overstromingsrisico's toe. De dijkringgebieden zijn vastgelegd in de nieuwe waterkaart. Voor dergelijke gebieden is het risico inzichtelijk gemaakt voor overstroming bij een doorbraak van de dijk. De gevolgen van een overstroming zijn bepaald door inzicht te geven in de maximale waterdiepte tijdens een overstroming en de snelheid waarmee een gebied overstroomt. Het plangebied is aangemerkt als liggende in een gebied dat minder snel en ondiep onderloopt. De maximale waterdiepte tijdens een overstroming is voor het plangebied in de huidige situatie ingeschat op 0,8 à 2,0 m (overstromingsdiepte; water boven maaiveld). Dit is weergegeven in onderstaande [Bron: nederland.risicokaart.nl].

afbeelding "i_NL.IMRO.1773.BP2010004005-0401_0008.jpg"

Overstromingsgebied

Het bedrijventerrein De Enk valt in een gebied waar de overstromingsdiepte 0,8- 2,0 meter kan zijn. De wettelijke norm voor de dijkring is een overschrijdingskans van 1:1.250 per jaar.

Het overstromingswater zal doorgaans de weg van de minste weerstand volgen en derhalve zullen eerst de laaggelegen gebieden onder water lopen. Afhankelijk van hoe snel het water kan worden afgevoerd kan in het plangebied overstroming plaatsvinden.

Voor bedrijventerrein De Enk is het van belang dat nagedacht wordt over voorzieningen die de risico's kunnen beperken. Bij nieuwe ontwikkelingen binnen de dijkringen is het gewenst dat tijdig wordt nagedacht over voorzieningen dan wel maatregelen die kunnen worden getroffen waarbij eventuele risico's en nadelige effecten van een overstroming kunnen worden beperkt. Het betreft ook een stuk bewustwording dat bouwen in risicovolle gebieden bepaalde risico's met zich meebrengt en dat hier adequaat mee omgesprongen dient te worden. Bij de ontwikkeling van het plangebied dient rekening te worden gehouden met mogelijke overstroming(en).

Voor nieuwe ontwikkelingen kan bijvoorbeeld worden gedacht aan navolgende voorzieningen/ maatregelen:

  • aanvullend ophogen (voor zover mogelijk) van het plangebied;
  • voldoende hoog aanbrengen vloerpeil, eventueel verhoogde drempels;
  • aansluiting plangebied op dichtstbijzijnde weg, zodat bereikbaarheid gewaarborgd blijft;
  • zodanig inrichten gebouw zodat bij eventuele overstromingen schade zoveel mogelijk wordt beperkt (bijv. materiaalgebruik, minder gevoelige ruimten begane grond);
  • opstellen van evacuatie plan;
  • belangrijke functies dan wel belangrijke apparatuur (bijv. generator e.d.) verhoogd of op eerste verdieping situeren.

Uitwerking en toepasbaarheid van deze mogelijkheden dienen nader te worden uitgewerkt bij bijvoorbeeld het waterhuishoudkundig ontwerp.