Plan: | De Enk |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1773.BP2010004005-0401 |
Sinds 15 november 2007 is de nieuwe Wet luchtkwaliteit in werking getreden. Deze wet vervangt het Besluit Luchtkwaliteit 2005.
In de nieuwe wet is van bepaalde projecten getalsmatig vastgelegd dat ze "niet in betekenende mate" (NIBM) bijdragen aan de luchtverontreiniging. Met de inwerkingtreding van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) op 1 augustus 2009, zijn deze grenzen zoals deze in de Wet luchtkwaliteit waren opgenomen verruimd. Een project draagt volgens het NSL "niet in betekende mate" bij zolang de toename van de concentratie fijnstof of stikstofdioxide maximaal 3% bedraagt van de grenswaarde.
Het NSL zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen zodat de luchtkwaliteit verbeterd en alsmede de gewenste ontwikkelingen in ruimtelijke ordening doorgang kunnen vinden.
In de Regeling NIBM is een lijst met categorieën van projecten (inrichtingen, kantoor- en woningbouwlocaties) opgenomen die niet in betekenende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze projecten kunnen zonder toetsing aan de grenswaarden voor het aspect luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Voor woningbouwlocaties geldt dat voor maximaal 1.500 woningen (in geval van één ontsluitingsweg) of 3.000 woningen (in geval van twee ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling) geen beoordeling op luchtkwaliteit meer hoeft plaats te vinden. Op het bedrijventerrein bevinden zich geen bedrijven die relevant zijn voor de geldende normen ten aanzien van luchtkwaliteit. Tevens worden niet direct nieuwe gevoelige functies mogelijk gemaakt.
Door Tauw is een onderzoek (NIBM-toets luchtkwaliteit bestemmingsplannen De Enk en IJsselzone te Wijhe, kenmerk N002-4688832MTU-evp-V03-NL, zie bijlage 5) uitgevoerd naar de luchtkwaliteit ten behoeve van de plannen voor de loswal (IJsselzone). In het onderzoek is ook rekening gehouden met de ontwikkelingen op het nabij gelegen industrieterrein De Enk. Wanneer er twee aparte onderzoeken worden uitgevoerd, vindt afzonderlijke toetsing van de effecten plaats. Door de ontwikkelingen in beide gebieden als één geheel te beschouwen vindt toetsing worstcase plaats.
Uit het onderzoek blijkt dat de bijdrage van de ontwikkelingen op industrieterrein De Enk en in de IJsselzone niet leiden tot een overschrijding van de NIBM grens van 1,2 ug/m3. Beide ontwikkelingen kunnen als 'niet in betekende mate' beschouwd worden. De voorgenomen plannen zijn vanuit het oogpunt van luchtkwaliteit inpasbaar.