direct naar inhoud van 3.3 Provinciaal beleid
Plan: IJsselzone - De Loswal
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1773.BP2010004006-0206

3.3 Provinciaal beleid

3.3.1 Omgevingsvisie Overijssel (2009)

De provincie Overijssel heeft op 1 juli 2009 de Omgevingsvisie vastgesteld. In de Omgevingsvisie staat een aantal ambities die de provincie de komende jaren tot uitvoering wil brengen. Het feit dat het plangebied deels betrekking heeft op de IJssel en de uiterwaarden ervan zorgen er voor dat twee ambities uit de Omgevingsvisie relevant zijn voor het bestemmingsplan. Het betreft de volgende:

  • Waterveiligheid
    De Overijsselse rivieren kunnen bij hoog water een bedreiging zijn voor veel mensen. Als gevolg van klimaatverandering nemen de overstromingsrisico's toe. Om de veiligheid van de inwoners te garanderen dienen het hoofdsysteem en de kleinere watersystemen meer ruimte te krijgen. De watersystemen dienen een goede ecologische en chemische kwaliteit te hebben en tevens veiligheid te bieden voor de lange termijn.
  • Ecologische hoofdstructuur
    De provincie gaat voor realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur in 2018: een vitaal en samenhangend stelsel van natuurgebieden (EHS, robuuste verbindingszones, Natura 2000). Het gaat daarbij niet alleen om behoud en versterking van de rijkdom aan plant- en diersoorten (biodiversiteit) maar ook om beleving en toegankelijkheid van de natuur.
3.3.2 Provinciale omgevingsverordening (2009)

In maart 2009 heeft de Gedeputeerde Staten van Overijssel de Provinciale omgevingsverordening vastgesteld. De omgevingsverordening geeft instructies ten aanzien van de inhoud van ruimtelijke plannen zoals bestemmingsplannen. In de Provinciale omgevingsverordening zijn een aantal regels opgenomen met betrekking tot belangrijke ruimtelijke elementen die een doorwerking hebben in het bestemmingsplan. Het betreft onder meer aspecten als: woningbouw, EHS, bedrijventerreinen, externe veiligheid et cetera.

Voor het plangebied zijn 'EHS' en 'water' de relevante aspecten. Het aspect water is van toepassing vanwege de IJssel als vaarweg en de ligging van het plangebied nabij de dijk. Deze dijk wordt als primaire waterkering beschouwd en hiervoor dient een vrij zone opgenomen te worden die onderhoud en versterking van de dijk mogelijk maakt. Met betrekking tot de vaarweg dienen regels in het bestemmingsplan opgenomen te worden die de instandhouding de bruikbaarheid en bescherming van de vaarweg regelen.

In het bestemmingsplan dienen in het kader van de EHS regels opgenomen te worden die zorg dragen voor het behoud, herstel of de duurzame ontwikkeling van de wezenlijke kenmerken en waarden van de EHS-gebieden. In het bestemmingsplan mogen geen activiteiten mogelijk worden gemaakt die significant negatieve effecten op de wezenlijke kenmerken en waarden hebben.

3.3.3 Ruimtelijk kwaliteitskader (2006)

Door het creëren van meer ruimte voor de rivieren ontstaat grote consequenties voor de inrichting van het rivierengebied. De ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied staat onder druk. Voor de IJssel als geheel is de 'Handreiking Ruimtelijke Kwaliteit' opgesteld. In dit ruimtelijk kwaliteitskader wordt niet het hele stroomgebied van de IJssel behandeld maar een uitsnede daarvan. De handreiking gaat meer in op 'grootschalige' projecten langs de IJssel. De handreiking biedt dan ook geen kaders voor de voorgenomen plannen die in dit bestemmingsplan behandeld worden.

3.3.4 Natuurgebiedsplan Overijssel (2008)

In het Natuurgebiedsplan wordt nader uitwerking gegeven aan de begrenzing van de beheersgebieden en de nieuw te ontwikkelen natuurgebieden in Overijssel ter realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en de natuurdoelen buiten de EHS.

Het plangebied is gelegen in de IJssel en de uiterwaarden van de IJssel. Samen met het Waddengebied en de Zeeuwse delta wordt het rivierengebied veelal gerekend tot de enige echte natuurgebieden in ons land. Echt in die zin dat de menselijke invloed sterk wordt beperkt door de invloed van het water. Een gevolg hiervan is dat de IJsseluiterwaarden veel van hun natuurkwaliteiten hebben kunnen behouden. Dit is dan ook één van de redenen waarom de IJsseluiterwaarden een sterke beleidsmatige bescherming gekregen hebben. Zo vallen de uiterwaarden volledig in de Ecologische Hoofdstructuur, grotendeels onder de Vogelrichtlijn en gedeeltelijk onder de Natuurbeschermingswet. Door de Noord-Zuid ligging is de IJssel een belangrijke verbinding tussen de Gelderse Poort en het grote natuurcluster IJsseldelta, Wieden, Weerribben. Ook zijn er belangrijke dwarsrelaties met de Veluwe, landgoederen en binnendijkse komgebieden.

3.3.5 Beheerplan Natura 2000 Rijntakken (2010)

Langs de Rijntakken zijn vijf Natura 2000-gebieden in ontwerp aangewezen op grond van de Natuurbeschermingswet 1998. Een van deze gebieden is de Uiterwaarden IJssel. De begrenzing van de gebieden en instandhoudingsdoelen voor habitats en soorten in deze gebieden zijn vastgelegd in ontwerp aanwijzingsbesluiten. Artikel 19 a van de Natuurbeschermingswet schrijft voor dat voor een Natura 2000-gebied een beheerplan moet worden opgesteld.

Het Natura 2000 beheerplan werkt de instandhoudingsdoelen verder uit in omvang, ruimte en tijd. Het beheerplan beschrijft de omstandigheden die bereikt moeten worden om het behoud of het herstel van deze natuurlijke habitats en soorten mogelijk te maken. Het beheerplan geeft een overzicht van maatregelen die genomen moeten worden om de Natura 2000 instandhoudingsdoelstellingen te realiseren in relatie tot eventuele andere gebruiksfuncties, waaronder agrarische en recreatieve functies. Onderdeel hiervan vormt een overzicht van huidige gebruiksvormen die zonder beperkingen kunnen worden voortgezet, omdat ze geen effect hebben op de habitattypen en –soorten of effecten voldoende gemitigeerd kunnen worden. Het beheerplan geeft ook aan hoe omgegaan wordt met nieuwe activiteiten en biedt hiertoe een handvat voor het afwegingskader voor eventuele vergunningverlening in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998.

Het beheerplan is momenteel nog niet gereed. In de loop van de tijd zal het plan worden afgerond. Relevante aandachtspunten voor dit bestemmingsplan zullen worden vermeld en eveneens zal hiermee rekening worden gehouden bij de ontwikkelingen op de loswal.

3.3.6 Circulaire ruimtelijke vertaling van de beleidslijn Ruimte voor de Rivier (2000)

De beleidslijn is sinds 26 april 2000 van toepassing op alle nieuwe activiteiten (bouw- en andere werkzaamheden) in het winterbed van de grote rivieren.

Voor Overijssel gaat het om de rivieren de IJssel, het Zwarte Water en de Overijsselse Vecht. Het plangebied valt derhalve ook in het winterbed van de IJssel. De beleidslijn is opgesteld om ook in de toekomst hoge rivierafvoeren te kunnen opvangen en potentiële hoogwaterschade te beperken. De beleidslijn beoogt verder te voorkomen, dat in het winterbed van genoemde rivieren de nog aanwezige ruimte verder afneemt. Voor riviergebonden functies geldt de ‘Ja, mits-regeling’ en voor de overige functies de ‘Nee, tenzij-regeling’. De circulaire vormt het toetsingskader voor ruimtelijke plannen.