4.5 Geluid
In 2007 is de gewijzigde Wet geluidhinder (Wgh) in werking getreden. Er wordt daarin onderscheid gemaakt tussen geluidsgevoelige en overige gebouwen. In de wet worden de volgende geluidgevoelige objecten genoemd:
-
a. woningen;
-
b. onderwijsgebouwen;
-
c. ziekenhuizen en verpleeghuizen;
-
d. bij Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) aan te wijzen andere gezondheidszorggebouwen dan bedoeld onder 2; een gymnastieklokaal maakt voor de toepassing van de wet geen deel uit van een onderwijsgebouw.
Op basis van de Wgh zijn er drie geluidsbronnen waarmee bij de vaststelling van bestemmingsplannen rekening gehouden dient te worden: wegverkeers-, railverkeers- en industrielawaai.
De voorgenomen ontwikkeling betreft de realisatie van nieuwe gevoelige bestemmingen. Daarom is een akoestisch onderzoek uitgevoerd (zie Bijlage 2). De conclusie van het onderzoek is hierna weergegeven.
- de geluidsbelasting ten gevolge van de Rijksstraatweg N337 op één woning voldoet niet aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB Lden en drie geveldelen niet aan de maximale ontheffingsgrenswaarde van 53 dB Lden. Om de woning te kunnen realiseren moeten deze geveldelen geluiddoof overeenkomstig de Wet geluidhinder worden uitgevoerd;
- de geluidsbelasting ten gevolge van de spoorlijn Zwolle- Deventer op de twee woningen voldoet niet aan de voorkeursgrenswaarde van 55 dB Lden, maar wel aan de maximale ontheffingswaarde;
- zonder geluidsreducerende maatregelen is ten minste één gevel van de nieuwe woningen geluidsluw;
- voor de gevels waarop de geluidsbelasting niet gereduceerd wordt tot de voorkeursgrenswaarde, dient een verzoek om hogere grenswaarden te worden ingediend vanwege de betreffende bron. Dit geldt niet voor gevels die als akoestisch doof worden uitgevoerd.
Gelijktijdig met het ontwerp-bestemmingsplan zal een hogere waardenprocedure worden doorlopen.