Plan: | Wijhe, Oranjelaan 2 |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1773.BP2022004028-0201 |
het bestemmingsplan Wijhe, Oranjelaan 2 met identificatienummer NL.IMRO.1773.BP2022004028-0201 van de gemeente Olst-Wijhe;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlagen;
de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie, bestaande uit de kaart NL.IMRO.1773.BP2022004028-0201.
een dienstverlenend beroep/bedrijf, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is. Een voorbeeldlijst is opgenomen in Bijlage 1;
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne;
een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie;
gebied niet zijnde het buitengebied van de gemeente.
een of meer gebouwen en/of andere bouwwerken;
de oppervlakte van gebouwen binnen een nader aangegeven vlak van gronden, uitgedrukt in een percentage van de oppervlakte van dat vlak;
een aan de woonfunctie ondergeschikte toeristisch-recreatieve voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt binnen de woning. Onder een bed & breakfast wordt niet verstaan overnachting noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid, of permanente kamerverhuur;
de bij of krachtens de Woningwet dan wel de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) aanwezige bouwwerken en de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, en het overige gebruik, die bestaan ten tijde van het inwerkingtreden van het bestemmingsplan;
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet dan wel de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo);
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een opzichzelfstaand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door een verschil in bouwhoogte (bij een bouwhoogte van een hoofdgebouw vanaf 5,00 meter een verschil van minimaal 2,00 meter) en vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, functionele ondergeschiktheid is niet vereist;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan huis verbonden beroep of bedrijf, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
gebied waarop van toepassing is het bestemmingsplan Buitengebied of het bestemmingsplan Uiterwaarden van de gemeente Olst-Wijhe.
de waarden zoals beschreven in het rapport 'Inventarisatie cultuurhistorische en ruimtelijke waarden historisch hart van Wijhe' d.d. 11 december 2015 en die zijn weergegeven op de als Bijlage 4 bij deze regels opgenomen kaart 'Gezamenlijke waarden historisch hart van Wijhe'.
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder uitstalling ten verkoop, het verkopen en leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
de mogelijkheden om gronden en bouwwerken overeenkomstig de daaraan toegekende bestemming te gebruiken;
een of meer panden of gebouwen, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse, al dan niet in samenhang met het bedrijfsmatig verschaffen van logies en/of het exploiteren van zaalaccommodatie, met uitzondering van een discotheek;
een ruimte die dient voor de uitoefening van administratieve, boekhoudkundige dan wel financiële, organisatorische en/of zakelijke dienstverlening - niet zijnde detailhandel - al dan niet met een (publiekgerichte) baliefunctie;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw met een zekere helling;
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie - met uitzondering van voorzieningen ten behoeve van gemotoriseerde en gemechaniseerde sporten en sporten met dieren - en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
het bestemmingsplan dat geldt op het moment van vaststelling van het bestemmingsplan, bedoeld in 1.1 en is gelegen binnen het plangebied van het bestemmingsplan, bedoeld in 1.1, te weten:
zoals dit plan sindsdien zijn herzien, gewijzigd en uitgewerkt.
een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder d van de Wet ruimtelijke ordening;
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
schriftelijke uitwerking van onderzoek.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een inrichting, bestaande uit een of meer voor publiek toegankelijke, besloten ruimten, waarin bedrijfsmatig of op een daarmee vergelijkbare wijze, seksuele handelingen worden verricht; onder een hiervoor bedoelde inrichting wordt in elk geval verstaan een erotische-massagesalon, een parenclub of een bordeel;
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; functionele ondergeschiktheid is niet vereist;
de naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel of, indien het een gebouw betreft met meerdere zodanige gevels, één van die gevels;
de lijn die horizontaal loopt door het buitenwerks vlak van de voorgevel, tot aan de perceelsgrenzen.
het gebied dat in het rapport 'Inventarisatie cultuurhistorische en ruimtelijke waarden historische hart van Wijhe' d.d. 11 december 2015 is erkend als waardevol dorpsgezicht en dat is weergegeven op de als Bijlage 4 bij deze regels opgenomen kaart 'Gezamenlijke waarden historisch hart van Wijhe'.
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden c.q. een groep van personen, die gebruik maken van voor bewoning gemeenschappelijke voorzieningen, zoals keuken, toilet en douche;
onafhankelijke stadsbouwmeester als bedoeld in artikel 1 van de Woningwet;
adviescommissie als bedoeld in artikel 15, lid 1, van de Monumentenwet 1988.
Bij toepassing van de regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren);
vanaf maaiveld.
De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de tot 'Centrum' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat de volgende regels gelden:
Voor hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:
Voor andere bouwwerken gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:
De in 3.3.1 genoemde vrijstelling kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van bebouwing, ten behoeve van:
De voor 'Waarde - Waardevol dorpsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
Voor het bouwen op of in de in lid 4.1 bedoelde gronden gelden de volgende regels:
Algemeen
Hoogten
Situering voor- en zijgevels
Voorgevelbreedte
Daken: nokrichting en dakvorm
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 4.2:
De omgevingsvergunning zoals bedoeld in sublid 4.3.1, onder a, b en c, wordt slechts verleend, indien hierdoor de karakteristieke kenmerken van het waardevol dorpsgezicht zoals bedoeld in lid 4.1, onder a, niet onevenredig worden aangetast en nadat hierover advies is uitgebracht door:
Het is verboden de gronden en of bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze waardoor de cultuurhistorische en/of ruimtelijke waarden van het waardevol dorpsgezicht zoals bedoeld in lid 4.1, onder a, worden aangetast.
Het is verboden zonder een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op de in lid 4.1 bedoelde gronden hoofdgebouwen geheel of gedeeltelijk te slopen.
Het in sublid 4.5.1 bedoelde verbod geldt niet voor sloopwerkzaamheden:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in sublid 4.5.1 wordt slechts verleend, indien:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op of in de in lid 4.1, onder c, bedoelde gronden bomen te verwijderen, te kappen of te rooien.
Het in sublid 4.6.1 bedoelde verbod geldt niet voor werkzaamheden waarmee op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in sublid 4.6.1 wordt slechts verleend, indien door de werkzaamheden of de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen geen blijvende afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het waardevolle dorpsgezicht zoals bedoeld in lid 4.1, onder a.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In afwijking van het bepaalde bij de daar voorkomende bestemmingen geldt ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - molenbiotoop' dat niet hoger mag worden gebouwd dan:
afstand van de molen | maximale bouwhoogte |
a. binnen 100 m: | de hoogte die gelijk is aan de hoogte van de onderste punt van de verticaal staande wiek van de molen, gerekend vanaf het maaiveld ter plaatse van de molen, zijnde 5,6 m +NAP; |
b. vanaf 100 m: | de hoogte genoemd onder a vermeerderd met 1/30 van de afstand tussen het bouwwerk en de molen. |
Deze regels gelden niet voor bestaande bouwwerken.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in sublid 6.1.1 in die zin dat ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - molenbiotoop' de goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal zoveel mogen bedragen als in de daar voorkomende bestemming(en) is aangegeven.
De omgevingsvergunning zoals bedoeld in sublid 6.1.2 wordt slechts verleend:
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van de oppervlakte en inhoud van een bouwwerk worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits deze bouwdelen niet meer dan 1,00 meter buiten het gevel- of dakvlak uitsteken.
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van de goot- en bouwhoogte van een bouwwerk worden wolfseinden buiten beschouwing gelaten.
Bij toepassing van het bepaalde in het plan ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken, worden afwijkingen ten gevolge van meetverschillen buiten beschouwing gelaten, mits dat meetverschil, mede gelet op de aard en omvang van hierdoor toegelaten of toe te laten (bouw)werken of werkzaamheden, als van zeer beperkte betekenis kan worden aangemerkt.
Het bevoegd gezag kan pas een omgevingsvergunning verlenen voor de activiteit bouwen, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.3 indien:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van het bepaalde in 7.3, indien dit noodzakelijk is om een goede verkeersstructuur en/of bereikbaarheid voor een pand, perceel, straat (of deel daarvan) dan wel een andere ruimtelijke functionele structuur te waarborgen.
Het gebruik van de gronden en bouwwerken met de bestemming 'Centrum' is aan een aantal beperkingen gebonden.
De gronden en bouwwerken mogen niet:
Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan pas een omgevingsvergunning verlenen voor het gebruik van gronden, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.3 indien:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van het bepaalde in 8.3, indien dit noodzakelijk is om een goede verkeersstructuur en/of bereikbaarheid voor een pand, perceel, straat (of deel daarvan) dan wel een andere ruimtelijke functionele structuur te waarborgen.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
De in lid 9.1 genoemde omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:
Bij gebruikmaking van de vrijstellingsbevoegdheid is de in 11.2 opgenomen procedure van toepassing.
In geval van wijziging of uitwerking van het plan is de volgende voorbereidingsprocedure van toepassing:
In geval van vrijstelling is de volgende voorbereidingsprocedure van toepassing:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Wijhe, Oranjelaan 2.