direct naar inhoud van 3.2 Rijksbeleid
Plan: IJsselzone/De Loswal
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1773.BP2010004006-0401

3.2 Rijksbeleid

3.2.1 Nota Ruimte (2006)

De Nota Ruimte bevat de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en de belangrijkste bijbehorende doelstellingen voor de komende decennia. De Nota richt zich op versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland, bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland, borging en ontwikkeling van belangrijke (inter) nationale ruimtelijke waarden en borging van de veiligheid. Voor het plangebied zijn de volgende aspecten van belang.

Ecologische hoofdstructuur
Een belangrijk deel van het plangebied is gelegen in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De IJssel vormt samen met de uiterwaarden een belangrijke EHS-verbinding in Nederland. Het ruimtelijk beleid voor de EHS-gebieden is gericht op het behoud, herstel en de ontwikkeling van de wezenlijke kenmerken en waarden van het gebied. In samenhang met de EHS zijn ook robuuste ecologische verbindingszones aangewezen.

Ruimte voor de Rivier
Naar aanleiding van de hoogwaters in 1993 en 1995 is in 1996 door de ministers van VROM en Verkeer & Waterstaat de beleidslijn Ruimte voor de Rivier opgesteld. De beleidslijn Ruimte voor de Rivier heeft als voornaamste doel ruimte te behouden voor het water van de Rijntakken (Nederrijn, Waal, IJssel, Lek) en de Maas. Deze beleidslijn fungeert als toetsingskader voor activiteiten in het winterbed van de grote rivieren. De beleidslijn is restrictief van karakter. Activiteiten die onlosmakelijk gebonden zijn aan de rivier worden – onder voorwaarden – toegelaten (hiervoor geldt een ‘ja, mits’ principe). Overige nieuwe activiteiten in het winterbed worden in principe niet toegestaan, tenzij er sprake is van een zwaarwegend maatschappelijk belang, de activiteit redelijkerwijs niet buiten het winterbed gerealiseerd kan worden én de activiteit geen feitelijke belemmering vormt voor de rivierafvoer.

Voor de Rijntakken streeft het rijk naar een combinatie van maatregelen in het winter- en zomerbed van de rivieren (‘buitendijks’) met dijkverleggingen, zogenoemde ‘stedelijke by-passes’ op plekken waar verstedelijking de piekafvoeren van de rivier belemmert. Dit lijkt een ontwikkelingsrichting die voldoende veiligheidsgarantie biedt voor de lange termijn en kansen biedt voor de ontwikkeling van de ruimtelijke kwaliteit.

De Nota Ruimte omschrijft de IJssel als een element dat rijk is aan landschappelijke en cultuurhistorische waarden. Centraal staat het behoud en de ontwikkeling van landschappelijke eenheden, verbrede landbouw en ecologische verbindingen.

3.2.2 Beleidslijn Grote Rivieren (2006)

Het kabinet heeft in 2006 de Beleidslijn Grote Rivieren vastgesteld. Het uitgangspunt van de Beleidslijn Grote Rivieren is het waarborgen van een veilige afvoer en berging van rivierwater onder normale en onder maatgevende hoogwaterstanden. Tevens geldt dat het bieden van mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkelingen, binnen de randvoorwaarden die de veiligheid stelt, van belang is voor het behoud en de versterking van de ruimtelijke kwaliteit van het rivierbed.

De Beleidslijn Grote Rivieren is bedoeld om plannen en projecten in het rivierbed te kunnen beoordelen. Onder voorwaarden worden mogelijkheden geboden voor wonen, werken en recreëren in het rivierbed. De voorwaarden hebben betrekking op de afvoercapaciteit van de rivier ter plaatse: nieuwe activiteiten mogen de afvoer niet hinderen en geen belemmering vormen voor toekomstige verruiming van het rivierbed. Voor de beleidslijn gelden twee concrete doelstellingen, namelijk:

  • de beschikbare afvoer- en bergingscapaciteit van het rivierbed behouden;
  • ontwikkelingen tegen gaan die de mogelijkheid tot rivierverruiming door verbreding en verlaging nu en in de toekomst feitelijk onmogelijk maken.

Voor het afwegen van het toestaan van nieuwe ontwikkelingen bevat de beleidslijn een uitgebreid afwegingskader om ruimtelijke initiatieven in het rivierbed te kunnen beoordelen.

De voorgestane ruimtelijke initiatieven in dit bestemmingsplan zijn passend binnen de beleidslijn:

  • de ontmoetingsplek betreft een voorziening van beperkte omvang en betreft geen permanente bebouwing.
  • de horecavoorziening in de passantenhaven betreft een bestaand recht. Op basis hiervan kan medewerking verleend worden aan het initiatief.
  • de passantenhaven in de kreek betreft een nieuwe riviergebonden activiteit.

Het toestaan van bovengenoemde ontwikkelingen is gebonden aan een aantal voorwaarden:

  • er is sprake van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat het veilig functioneren van het waterstaatswerk gewaarborgd blijft;
  • er is geen sprake van een feitelijke belemmering voor vergroting van de afvoercapaciteit;
  • er is sprake van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit, dat de waterstandsverhoging of de afname van het bergend vermogen zo gering mogelijk is.

Met Rijkswaterstaat is in overleg getreden over de voorgestane ontwikkelingen binnen het plangebied. Met RWS is afgesproken dat de horecavoorziening geplaatst zal worden in de uitbreiding van de bestaande passantenhaven. De JOP kan vanwege de beperkte omvang en het tijdelijke karakter rondom de loswal geplaatst worden. In de bestaande kreek voor de loswal worden enkele ligplaatsen voor recreanten mogelijk gemaakt.

Onder deze voorwaarden heeft de RWS aangegeven akkoord te gaan met de plannen.

3.2.3 Nationaal Waterplan (2009)

Het Nationaal Waterplan is de opvolger van de 4e Nota Waterhuishouding en is het rijksplan voor het waterbeleid. Het Nationaal Waterplan is in december 2009 door het kabinet vastgesteld. Het plan gaat in op de thema’s waterveiligheid, wateroverlast, droogte en zoetwatervoorziening, waterkwaliteit en gebruik van water.

Het Nationaal Waterplan bevat, naast een langetermijnvisie en een streefbeeld voor 2040, een concreet uitvoeringsprogramma 2009-2015. Het Nationaal Waterplan bevat de stroomgebiedbeheerplannen die op grond van de Kaderrichtlijn Water zijn opgesteld. Deze zijn gelijktijdig in werking getreden met het Nationaal Waterplan. Voor de ruimtelijke aspecten heeft het Nationaal Waterplan de status van structuurvisie. Hierin zijn water en ruimtelijke ontwikkelingen geïntegreerd, conform de nieuwe Wet ruimtelijke ordening en de Waterwet.

Het Waterplan omschrijft dat het nodig is dat langs de IJssel mogelijkheden in stand worden gehouden om in de toekomst meer ruimte voor riviermaatregelen te kunnen treffen, dit is noodzakelijk in verband met het meestijgen van het IJsselmeerpeil en de verwachte hogere Rijnafvoer.