direct naar inhoud van Artikel 5 Wonen
Plan: Wijhe, Molenstraat 1
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1773.BP2012004016-0301

Artikel 5 Wonen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen in woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan huis verbonden beroep met daarbijbehorende gebouwen, andere-bouwwerken, tuinen, erven en parkeervoorzieningen.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. er mag pas worden gebouwd indien verzekerd is dat de maatregelen conform het in Bijlage 2 van de regels opgenomen Inrichtingsplan ten uitvoer worden gebracht en vervolgens aldus in stand worden gehouden;
  • b. een hoofdgebouw mag pas worden gebouwd nadat de realisatie van de erf- en terreinafscheidingen conform het inrichtingsplan zoals gegeven in Bijlage 2 is verzekerd;
  • c. een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • d. in een rij aaneen worden gebouwd daar aangegeven op de verbeelding met de aanduidingen 'aaneengebouwd':
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' een goot- en bouwhoogte hebben die niet groter is dan de aangegeven hoogte;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'aantal wooneenheden' niet meer wooneenheden bedragen dan op de verbeelding is aangegeven;
  • g. de breedte van een hoofdgebouw mag niet minder dan 5 m bedragen.
5.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en carports gelden de volgende bepalingen:

  • a. de afstand van een aanbouw, uitbouw of bijgebouw tot de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan mag 0 m bedragen en – indien voorzien van een kap – niet minder dan 2 m;
  • b. de afstand van een aanbouw, uitbouw of bijgebouw tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder dan 1 m bedragen, tenzij in de perceelgrens wordt gebouwd;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van de aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen bij een hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan:
      • 50 m2 bij een in een rij aaneengebouwd woonhuis;

met inachtneming van de volgende bepalingen:

    • 1. de gezamenlijke oppervlakte van aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 50% van de oppervlakte van het achter de voorgevel van het woonhuis en het verlengde daarvan gelegen bouwperceel;
    • 2. in afwijking van het bepaalde onder 1 mag de gezamenlijke oppervlakte meer bedragen dan 50%, mits de gezamenlijke oppervlakte van de aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen niet meer bedraagt dan 20 m2;
    • 3. bij de berekening van de gezamenlijke oppervlakte wordt de oppervlakte van de aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen voor zover gelegen binnen het bouwvlak tussen het verlengde van de zijgevels van het hoofdgebouw niet meegerekend;
  • d. de goothoogte van een aanbouw, uitbouw of een aangebouwd bijgebouw mag niet meer dan 3 m bedragen met dien verstande dat de goothoogte mag worden verhoogd tot ten hoogste de bouwhoogte van de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw;
  • e. de goothoogte van een vrijstaand bijgebouw mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • f. de bouwhoogte van een vrijstaand bijgebouw mag niet meer dan 5 m bedragen;
  • g. in afwijking van het bepaalde onder a tot en met f geldt dat afwijkingen in maten en afmetingen, zoals die bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, gehandhaafd mogen worden;
5.2.3 Andere bouwwerken
  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag, indien zij vóór de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van een gebouw en het verlengde daarvan worden opgericht, niet meer dan 1 m bedragen;
  • b. in andere gevallen mag de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer dan 2 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige andere-bouwwerken mag niet meer dan 6 m bedragen.
5.3 Specifieke gebruiksregels

Het gebruik van de gronden en bouwwerken met de bestemming 'Wonen' is aan een aantal beperkingen gebonden.

De gronden en bouwwerken mogen niet:

  • a. worden gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf, als:
    • 1. het bedrijfsvloeroppervlak voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf meer bedraagt dan 35% van het vloeroppervlak van de maximaal toegestane bebouwing op een bouwperceel;
    • 2. het bedrijfsvloeroppervlak voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf meer bedraagt dan 80 m²;
    • 3. er horeca of detailhandel plaatsvindt, behalve als die verkoop beperkt en ondergeschikt is aan de uitoefening van de bedrijfsmatige activiteiten;
    • 4. niet wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
    • 5. het gebruik een nadelige invloed heeft op de afwikkeling van het verkeer;
    • 6. één van de bewoners van de woning niet de eigenaar / bedrijfsleider is van het bedrijf;
  • b. worden gebruikt voor bewoning als het een vrijstaand bijgebouw betreft.
5.4 Afwijken van de gebruiksregels
5.4.1 Bevoegdheid

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 5.3 sub b. in die zin dat een vrijstaand bijgebouw wordt gebruikt voor mantelzorg, mits:
    • 1. er een indicatie voor mantelzorg is afgegeven;
    • 2. de mantelzorg plaatsvindt binnen de bestaande bebouwingsregeling met een maximale oppervlakte van 50 m²;
    • 3. de tijdelijkheid van de situatie dient voor alle partijen kenbaar en voldoende verzekerd te zijn via een privaatrechtelijke overeenkomst.
5.4.2 Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien hierdoor geen wezenlijke afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.