Plan: | Buitengebied Olst-Wijhe |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1773.BP2009001001-0301 |
De ligging ten opzichte van de IJssel is bepalend voor de cultuurhistorie in de gemeente Olst-Wijhe. Zo werd in de jaren '50 van de vorige eeuw de IJssellinie opgericht als verdedigingslinie tegen de dreiging vanuit het oostblok.
De IJssellinie in Olst-Wijhe maakt deel uit van een 120 kilometer lang en maximaal 10 kilometer breed obstakel in de vorm van onderwater gezet land (inundatie). Het plan bestond om de IJssel bij Olst af te sluiten met caissons die tot zinken zouden worden gebracht. Het gebied daarachter viel droog en door sluizen in de dijk zou het wassende water over de naastgelegen landerijen en dorpen stromen zodat een brede strook land onder water kwam te staan. Bij Olst werd een stuw gebouwd en werden zestig bunkers en kazematten opgetrokken en ingebetonneerde Shermantanks uit de Tweede Wereldoorlog in de IJsseldijken en in de op het land opgeworpen terpen geplaatst. In 1953 was de IJssellinie gereed. In 1965 werd begonnen met het afbreken van de inlaatsluizen in de dijk bij Olst en in 1968 werd de IJssellinie definitief opgeheven. In Olst bleven 32 bunkers over waarvan er enkele zijn gerenoveerd en opengesteld. Ook enkele kazematten zijn gerestaureerd. De Stichting De IJssellinie beheert het bunkercomplex en stelt zich ten doel het complex als toeristische attractie met een militair aspect te behouden.
Daarnaast vormen de landgoederen (zoals 't Nijenhuis, Spijkerbosch, Hoenlo, de Haere, Wijnbergen, Zorgvliet, Ossebosch en Boxbergen) een belangrijk onderdeel van de cultuurhistorie van het landschap. In het zandgebied bevinden zich daarnaast veel verspreide cultuurhistorisch waardevolle elementen in de vorm van hoeven, enken, lanen, houtwallen, zandpaden etc. In het rivierengebied staan diverse karakteristieke IJsselhoeven.
Door diverse ontwikkelingen kunnen de cultuurhistorisch waardevolle patronen worden aangetast of worden versterkt. Omdat cultuurhistorische en landschappelijke waarden een nauwe samenhang hebben, wordt hiervoor verwezen naar paragraaf 8.2.2.
Daarnaast spelen op historische landgoederen ontwikkelingen. Het beheer en onderhoud van landgoederen is een kostbare aangelegenheid en kan niet meer alleen gefinancierd worden uit de oorspronkelijke inkomsten van landgoederen (pacht, houtoogst, en dergelijke). Landgoedeigenaren zijn op zoek naar nieuwe bronnen van inkomsten om het onderhoud van het landgoed te kunnen financieren. Nieuwe (neven)functies binnen de bestaande bebouwing en nieuwbouw kunnen hier mogelijkheden voor bieden.
De nieuwe functies kunnen door hun opbrengsten, bijdragen aan onderhoud en beheer van het landgoed, maar kunnen ook de cultuurhistorische kwaliteiten aantasten als dit niet op een zorgvuldige wijze gebeurt.
Het bestemmingsplan kan voorwaarden stellen aan ontwikkelingen, zodat waardevolle cultuurhistorische patronen behouden blijven. Ook kan het bestemmingsplan regels stellen aan de ontwikkelingsmogelijkheden van landgoederen. Deze regels moeten zodanig zijn vormgegeven, dat ze ruimte laten voor (economische) ontwikkeling van het landgoed, maar tegelijkertijd de kwaliteiten ervan voldoende beschermen.