direct naar inhoud van 2.11 Maatschappelijk
Plan: Kleine kernen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1773.BP2010001025-0301

2.11 Maatschappelijk

Doel

De bestemming "Maatschappelijk" heeft tot doel algemene maatschappelijke voorzieningen mogelijk te maken en te behouden.

Functionele mogelijkheden

In de bestemming zijn verschillende maatschappelijke voorzieningen mogelijk. Daarbij gaat het om onder meer sociale, educatieve en religieuze functies.

Overige aanwezige functies zijn specifiek aangeduid. Daarbij gaat het om een sportvoorziening. Een bedrijfswoning is bij een maatschappelijke voorziening alleen mogelijk wanneer hiervoor een specifieke aanduiding is opgenomen.

Door middel van de specifieke gebruiksregels zijn de functies detailhandel en horeca binnen deze bestemming uitgesloten. Dit geldt niet voor detailhandel en horeca die ten dienste staat van de maatschappelijke functie.

Daarnaast gaat het om gebouwen, andere bouwwerken, speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden, tuinen, erven en parkeervoorzieningen. Door het toestaan van deze functies is flexibiliteit in het gebruik van de gronden met deze bestemming mogelijk.

Bouwmogelijkheden gebouwen en overkappingen

Op de verbeelding van het plan zijn het bouwvlak en de maximale goot- en bouwhoogte aangeduid. De gebouwen en overkappingen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd en mogen niet hoger dan de aangeduide maximale goot- en bouwhoogte. In sommige gevallen is alleen een maximale bouwhoogte opgenomen, hier geldt dus geen maximale goothoogte en is een plat dak toegestaan. Door deze regeling kan het bestaande ruimtelijke beeld behouden blijven.

Bouwmogelijkheden andere bouwwerken

Voor de andere bouwwerken is bij deze bestemming een algemene regeling opgenomen. Daarbij is aangesloten bij een algemene regeling voor bouwmogelijkheden van andere bouwwerken. Ook is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden met betrekking tot vergunningvrij bouwen, zoals dit opgenomen is in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht.

Het gaat bij andere bouwwerken in dit geval om erf- en terreinafscheidingen en overige andere bouwwerken.

De erf- en terreinafscheidingen mogen voor de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van een hoofdgebouw niet hoger zijn dan 1,00 meter. In andere gevallen mag het maximaal 2,00 meter hoog zijn. Dit heeft te maken met het ruimtelijk beeld van het perceel.

Overige andere bouwwerken mogen ten hoogste 5,00 meter hoog zijn. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om een kleinschalig bouwwerk als een vlaggenmast. Wanneer een dergelijk bouwwerk 5,00 meter hoog wordt, is de impact op de omgeving klein.

Achtergrondinformatie

- Uitgangspunten bestemmingsplan maatschappelijke functies

- Omgevingsaspecten