direct naar inhoud van 2.14 Sport
Plan: Kleine kernen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1773.BP2010001025-0301

2.14 Sport

Doel

Het doel van de bestemming "Sport" is het behoud van de sport- en speelterreinen.

Functionele mogelijkheden

De bestemming is bedoeld voor sport- en speelterreinen, daarbij gaat het om zelfstandige sport- en speelterreinen.

In de specifieke gebruiksregels is geregeld dat detailhandel en horeca niet toegestaan zijn. Voor horeca geldt dit niet wanneer het ten dienste van de toegestane doeleinden is (bijvoorbeeld een sportkantine).

Daarnaast gaat het om gebouwen, andere bouwwerken, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden, tuinen, erven en parkeervoorzieningen. Door het toestaan van deze functies is flexibiliteit in het gebruik van de gronden met deze bestemming mogelijk.

Bouwmogelijkheden gebouwen en overkappingen

De gebouwen en overkappingen moeten in het bouwvlak worden gebouwd. Dit geldt voor alle gebouwen en overkappingen die in het bouwvlak mogelijk zijn. Door de maximale oppervlakte te beperken, wordt voorkomen dat te weinig oppervlakte overblijft voor andere bij de functie horende voorzieningen (bijvoorbeeld parkeren).

Op de verbeelding van het plan zijn het bouwvlak en de maximale bouwhoogte aangeduid. De gebouwen en overkappingen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd en mogen niet hoger zijn dan de aangeduide maximale bouwhoogte. Hier geldt dus geen maximale goothoogte en is een plat dak toegestaan. Door deze regeling kan het bestaande ruimtelijke beeld behouden blijven.

Bouwmogelijkheden andere bouwwerken

Voor de andere bouwwerken is bij deze bestemming een algemene regeling opgenomen. Daarbij is aangesloten bij een algemene regeling voor bouwmogelijkheden van andere bouwwerken. Ook is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden met betrekking tot vergunningvrij bouwen, zoals dit opgenomen is in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht.

Het gaat bij andere bouwwerken in dit geval om erf- en terreinafscheidingen, speelvoorzieningen, ballenvangers, lichtmasten en overige andere bouwwerken.

De erf- en terreinafscheidingen mogen maximaal 2,00 meter hoog zijn. Dit heeft te maken met de beveiliging van betreffende gebieden en gebruikers van die gebieden. Speelvoorzieningen mogen maximaal 5,00 meter hoog zijn. Een ballenvanger of lichtmast, bedoeld voor de sportvoorzieningen, mag maximaal 10,00 meter hoog worden. Overige andere bouwwerken mogen ten hoogste 3,00 meter hoog zijn. Hieronder vallen bijvoorbeeld schuurtjes.

Achtergrondinformatie

- Uitgangspunten bestemmingsplan sportvoorzieningen

- Omgevingsaspecten