direct naar inhoud van Artikel 9 Wonen
Plan: Partiële herziening bestemmingsplan Uiterwaarden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1773.BP2011002002-0301

Artikel 9 Wonen

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Wonen ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen;

met de daarbij behorende:

  • b. bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • c. tuinen en erven.

9.2 Bouwregels
9.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. per bestemmingsvlak mag maximaal 1 woning gerealiseerd worden;
  • b. het bebouwde oppervlak mag niet meer bedragen dan is aangeduid;
  • c. de goothoogte mag niet meer dan 3,50 meter bedragen;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer dan 10 meter bedragen;
  • e. de breedte mag niet minder dan 5 meter bedragen;
  • f. de dakhelling mag niet minder bedragen dan 30° en niet meer dan 60°;
  • g. de inhoud van een woning mag niet meer bedragen dan 600 m3, dan wel, indien een grotere woning aanwezig is, niet meer dan de inhoud zoals die bestond op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan;
  • h. de afstand tot de as van de aangrenzende weg bedraagt ten minste 15 meter;
  • i. in het geval van herbouw of verplaatsing van de woning, de woning dient te worden gesitueerd ter plaatse van de bestaande woning dan wel op niet meer dan 10 meter van de bestaande woning, gemeten vanuit de meest dichtstbijzijnde gevel van de bestaande woning.

9.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. een bijbehorend bouwwerk mag uitsluitend worden gebouwd binnen het bestemmingsvlak;
  • b. het bebouwde oppervlak mag niet meer bedragen dan is aangeduid;
  • c. de goothoogte mag niet meer dan 3 meter bedragen;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer dan 6 meter bedragen;
  • e. de afstand tot de as van de aangrenzende weg bedraagt ten minste 15 meter;
  • f. de afstand tot de zijdelingse perceelgrenzen bedraagt ten minste 1 meter, tenzij de bijbehorende bouwwerken in de perceelgrens worden gebouwd;
  • g. de afstand tot de naar de weg(-en) toegekeerde gevel(-s) van de woning dan wel het verlengde daarvan mag niet minder dan 5 meter bedragen;
  • h. de afstand tot de woning mag niet meer bedragen dan 30 meter.

9.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zonder dak

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • i. de hoogte mag maximaal 2,50 meter bedragen.

9.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in 9.2.1 onder g om toe te staan dat de inhoud van een woning wordt vergroot tot ten hoogste 750 m3, met dien verstande dat:
    • 1. het bepaalde in 9.2.1 onder b in acht wordt genomen;
    • 2. het bebouwingspercentage van het achter de voorgevel van de woning en het verlengde daarvan gelegen erf niet meer dan 50% mag bedragen;
    • 3. het bebouwingspatroon van de woningen in de omgeving niet mag worden aangetast;
    • 4. de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving niet mag worden aangetast;
  • b. het bepaalde in 9.2.2 onder b om toe te staan dat, indien de bestaande bijbehorende bouwwerken op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan een oppervlakte hebben van meer dan 75 m2, de oppervlakte van een vervangend bijbehorend bouwwerk een overeenkomstige oppervlakte mag hebben, met dien verstande dat:
    • 1. 1 vervangend bijbehorend bouwwerk gebouwd mag worden;
    • 2. indien deze oppervlakte groter is dan 100 m2, de oppervlakte van een vervangend bijbehorend bouwwerk niet meer dan 100 m2 mag bedragen;
    • 3. de vervanging bijdraagt aan een verbetering van de landschappelijke situatie ter plaatse;
  • c. het bepaalde in 9.2.2 onder g, met dien verstande dat:
    • 1. het bepaalde in 9.2.2 onder e in acht wordt genomen;
    • 2. het bebouwingspatroon van de woningen in de omgeving niet mag worden aangetast;
    • 3. de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving niet mag worden aangetast.