direct naar inhoud van 3.4 Geluid
Plan: Julianalaan 10-40, Wijhe
Status: ontwerp
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.1773.PB2010004007-0201

3.4 Geluid

De Wet geluidhinder (Wgh) heeft tot doel de mensen te beschermen tegen geluidsoverlast ten gevolge van weg-, spoorweg- of industrielawaai. Op basis van deze wet dient bij het opstellen van het projectbesluit dan ook aandacht te worden geschonken aan het aspect "geluid".

In de Wet geluidhinder is een zonering van industrieterreinen, wegen en spoorwegen geregeld. Enerzijds betekent dit dat (geluids)eisen worden gesteld aan de milieubelastende functies, anderzijds betekent dit dat beperkingen worden opgelegd aan milieugevoelige functies.

De verplichting tot het uitvoeren van een akoestisch onderzoek in relatie tot het opstellen van een bestemmingsplan of projectbesluit geldt niet indien in er geen mogelijkheden worden geboden voor het realiseren van nieuwe woningen en andere geluidgevoelige objecten.

Aangezien er geluidgevoelige objecten in het plangebied worden gerealiseerd, dient er akoestisch onderzoek uitgevoerd te worden. De ontwikkeling valt namelijk binnen de geluidszone van de spoorlijn Zwolle – Deventer. Het onderzoek moet aantonen of voldaan wordt aan de voorkeursgrenswaarde op de gevels van de te realiseren woonbebouwing ten gevolge van het railverkeer op deze spoorweg.

Onderzoek

Door BVA is een onderzoek uitgevoerd naar het railverkeerslawaai vanwege de spoorlijn Zwolle-Deventer. De uitgangspunten en resultaten worden hieronder verkort weergegeven.

Uitgangspunten

De spoorweg Zwolle - Deventer, is een tweesporig baanvak en beschikt over een wettelijke geluidszone van 200 meter. Bij het realiseren van bebouwing die (gedeeltelijk) is gelegen binnen deze zone dient een akoestisch onderzoek te worden uitgevoerd dat inzicht moet geven in de geluidsbelasting op de gevels van de gebouwen, voor zover dit woningen of andere geluidgevoelige bestemmingen zijn. De voorkeursgrenswaarde voor nieuwe woningen welke worden geprojecteerd binnen een geluidszone bedraagt op basis van artikel 4.9 Wgh voor woningen Lden 55 dB.

Resultaat

Uit berekeningen blijkt dat de hoogste geluidsbelasting vanwege de spoorweg optreedt op de oostgevel van het meest oostelijke gebouw en op de zuidgevels van beide gebouwen. In alle gevallen bedraagt de geluidsbelasting (afgerond) Lden 37 dB. Daarmee wordt ruimschoots aan de voorkeursgrenswaarde van Lden 55 dB voldaan. Vanuit de Wet geluidhinder zijn er daarmee geen bezwaren tegen de voorgenomen ontwikkeling.

Het onderzoek is als Bijlage toegevoegd.