Plan: | Waardevol dorpsgezicht historisch hart van Wijhe |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1773.BP2015004014-0201 |
het bestemmingsplan Waardevol dorpsgezicht historisch hart van Wijhe met identificatienummer NL.IMRO.1773.BP2015004014-0201 van de gemeente Olst-Wijhe;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
de bestemmingsplannen die gelden op het moment van vaststelling van het bestemmingsplan, bedoeld in 1.1 en zijn gelegen binnen het plangebied van het bestemmingsplan, bedoeld in 1.1, te weten:
Naam bestemmingsplannen | Identificatie |
Vaststellings- datum |
Wijhe | NL.IMRO.17730300001- | 16 februari 2009 |
Wijhe - Park Wijhezicht | NL.IMRO.1773.BP2011004001-0401 | 30 mei 2013 |
Schelmspad 2, Wijhe | NL.IMRO.1773.BP2014004010-0301 | 8 september 2014 |
Molenstraat 1, Wijhe | NL.IMRO.1773.BP2012004016-0301 | 9 september 2013 |
Wijhe, Tuurweide 1 | NL.IMRO.1773.BP2012004015-0301 | 10 juni 2013 |
De Enk | NL.IMRO.1773.BP2010004005-0401 | 13 augustus 2010 |
Buitengebied | NL.IMRO.1773.BP2009001001-0301 | 21 mei 2012 |
Buitengebied eerste herziening | NL.IMRO.1773.BP2014001002-0302 | 8 september 2014 |
Parapluplan archeologie | NL.IMRO.1773.BP2013012002-0301 | 28 april 2014 |
zoals deze bestemmingsplannen sindsdien zijn herzien, gewijzigd en uitgewerkt.
het gebied dat in het rapport 'Inventarisatie cultuurhistorische en ruimtelijke waarden historisch hart van Wijhe' d.d. 11 december 2015 is erkend als waardevol dorpsgezicht en dat is weergegeven op de als bijlage 1 bij deze regels opgenomen kaart 'Gezamenlijke waarden historisch hart van Wijhe';
de waarden zoals beschreven in het rapport 'Inventarisatie cultuurhistorische en ruimtelijke waarden historisch hart van Wijhe' d.d. 11 december 2015 en die zijn weergegeven op de als bijlage 1 bij deze regels opgenomen kaart 'Gezamenlijke waarden historisch hart van Wijhe';
een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan legaal is, wordt of mag worden gebouwd;
een gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan legaal wordt of mag worden uitgeoefend;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
de grens van een bouwvlak;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een of meer panden of gebouwen, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
de naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel of, indien het een gebouw betreft met meerdere zodanige gevels, één van die gevels;
de lijn die horizontaal loopt door het buitenwerks vlak van de voorgevel, tot aan de perceelsgrenzen;
een gebouw, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van één huishouden;
onafhankelijke stadsbouwmeester als bedoeld in artikel 1 van de Woningwet;
adviescommissie als bedoeld in artikel 15, lid 1, van de Monumentenwet 1988.
Bij de toepassing van de regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren).
De voor 'Waarde - Waardevol dorpsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
Voor het bouwen op of in de in lid 3.1 bedoelde gronden gelden de volgende regels:
Algemeen
Hoogten
Situering voor- en zijgevels
Voorgevelbreedte
Daken: nokrichting en dakvorm
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 3.2:
De omgevingsvergunning zoals bedoeld in sublid 3.3.1, onder a, b en c, wordt slechts verleend, indien hierdoor de karakteristieke kenmerken van het waardevol dorpsgezicht zoals bedoeld in lid 3.1, onder a, niet onevenredig worden aangetast en er een positief advies is uitgebracht door:
Het is verboden de gronden en of bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze waardoor de cultuurhistorische en/of ruimtelijke waarden van het waardevol dorpsgezicht zoals bedoeld in lid 3.1, onder a, worden aangetast.
Het is verboden zonder een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op de in lid 3.1 bedoelde gronden hoofdgebouwen geheel of gedeeltelijk te slopen.
Het in sublid 3.5.1 bedoelde verbod geldt niet voor sloopwerkzaamheden:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in sublid 3.5.1 wordt slechts verleend, indien:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op of in de in lid 3.1, onder c, bedoelde gronden bomen te verwijderen, te kappen of te rooien.
Het in sublid 3.6.1 bedoelde verbod geldt niet voor werkzaamheden waarmee op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in sublid 3.6.1 wordt slechts verleend, indien door de werkzaamheden of de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen geen blijvende afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het waardevolle dorpsgezicht zoals bedoeld in lid 3.1, onder a.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In afwijking van het bepaalde bij de daar voorkomende bestemmingen geldt ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' dat niet hoger mag worden gebouwd dan:
afstand van de molen | maximale bouwhoogte | |
a. | binnen 100 m: | de hoogte die gelijk is aan de hoogte van de onderste punt van de verticaal staande wiek van de molen, gerekend vanaf het maaiveld ter plaatse van de molen, zijnde 5,6 m +NAP; |
b. | vanaf 100 m: | de hoogte genoemd onder a vermeerderd met 1/30 van de afstand tussen het bouwwerk en de molen. |
Deze regels gelden niet voor bestaande bouwwerken.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in sublid 5.1.1 in die zin dat ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' de goot- en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal zoveel mogen bedragen als in de daar voorkomende bestemming(en) is aangegeven.
De omgevingsvergunning zoals bedoeld in sublid 5.1.2 wordt slechts verleend:
De bestemmingen en de regels van de moederplannen blijven van toepassing, voor zover in dit plan niet anders wordt bepaald.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Waardevol dorpsgezicht historisch hart van Wijhe.